Picea omorika

Nederlands:
Servische spar
Français:
Epicéa de Serbie
English:
Serbian spruce
Deutsch:
Serbische Fichte
Familie:
Pinaceae
Areaal
een endemische soort van de vallei van de Drina, die de grens vormt tussen Servië en Bosnië-Herzegovina
Type
Conifeer
Groenblijvend of Blad-/naaldverliezend
Groenblijvend
Boomgrootte
1e grootte A

15 - 25 m (tot 30 m in zijn herkomstgebied)

Groeisnelheid
Snel Gemiddeld Traag
     
Levensduur
Korte levensduur Gemiddelde levensduur Lange levensduur
     
Korte levensduur = bomen met een climax bij 60-80 jaar
Gemiddelde levensduur = bomen met een climax bij 120-150 jaar
Lange levensduur = bomen met een climax bij meer dan 150 jaar

geen literatuurgegevens beschikbaar voor deze parameter, dit is een benadering

Bewortelingstype
Eerder diepwortelend Eerder vlakwortelend
   

zeer oppervlakkige wortelgroei

Kroonvorm
Kegelvormig

zeer smal piramidaal, met slanke rechte stam en korte, sterk afhangende takken met omhoog groeiende uiteinden

Kroonbreedte
< 3 meter 3-5 meter 5-10 meter 10-15 meter > 15 meter
         
Kroondichtheid
Dichte kroon,
donkere schaduw
Half open kroon Open kroon,
lichte schaduw
     
   
Onderscheidende determinatiekenmerken
- donkergroen glimmende, afgeplatte, stompe naalden (0,5 - 2 cm), met aan de onderzijde 2 witte strepen
- naalden op de twijgen naar voren gericht